Natuurlijk Tuinieren op veengrond

*  Veengrond bestaat voor meer dan 35% uit organisch materiaal, is zwart, nat en zuur (dwz weinig kalk), voedselarm en slap, verzakt makkelijk, vooral bij uitdrogen. Droogtescheuren in de grond opvullen met compost.

*  Hoogveen (noordoost NL): ontstaan oiv regenwater in gebied met slechte afwatering. Vooral veenmos, maakt veenpakket met 1 mm groei per jaar. Afgegraven voor turf.

*  Laagveen (NH, ZH): ontstaan in moeras-gebied met hoge grondwaterstand. Riet- en zegge-, bosveen > plantenresten vormen veenlaag, nat en zuurstofarm. Legakkers met veeteelt en natuurgebieden (geen landbouw mogelijk door vocht en verzakken).

*  Elke bodem is gelaagd (bijv. veen op klei). Strooisellaag, teeltlaag, ondergrond, moeder- gesteente. We tuinieren op de bovenste 50 cm = teeltlaag. Met een grondboor kun je de gelaagdheid van jouw grond onderzoeken.

*  Ideale grond heeft 50% vaste delen (anorganisch = klei , silt + zand) en organisch materiaal(resten van planten + dieren). Plus 25 % lucht en 25% water. Zand is grof gesteente, silt is veel fijner en klei heeft de kleinste grootte.

*  Soil-shake-test toont de samenstelling van je grond. Vul een jampot half met grond en half met water, schudden en laten bezinken. Zand zakt naar onder, silt in het midden, klei daarboven en organisch materiaal (veen en compost) drijft op het water.

*  Groeifactoren: planten willen licht (zon, halfschaduw, schaduw), ruimte, warmte en lucht in bodem en omgeving, wind of beschutting, water + voeding, kalk of zuur pH, bodemleven en humus. Wet van het minimum: de plant richt zich naar de groeifactor die het minst aanwezig is. Slechte groei is meestal gebrek of overmaat van factoren.

*  Veen: nat, zuur, slap > maak verhoogde bedden (hout, dakpannen of stapelmuurtjes) en geulen voor waterafvoer. Ophogen met eigen aarde uit geulen, verdiept pad of vijver. Of met klei, biochampost in bulk, ccocopeat (kokosvezel), Biokultura of compost. Zand is zwaar en zakt door het veen weg (zie soil-shake-test). Leg tegels op zand met (nonwoven) gronddoek onder het zand. Piepschuimplaten onder terras of tuinhuis.

 

*  Niet teveel tegels gebruiken ivm afwatering. Gebruik liefst licht en los materiaal op (nonwoven) gronddoek of platen, zoals lavasplit of fijn grind / schelpen. Paden van houtsnippers kunnen zonder doek gelegd worden. Schep verteerde houtsnippers uit = eigen potgrond productie.

*  Compost van je eigen composthoop is prachtig organisch materiaal dat de kwaliteit van elke grondsoort verbetert: zand krijgt samenhang, veen en klei worden luchtiger. Dit bevordert de plantengroei, de structuur en waterhuishouding, en voorkomt ziektes.

*  Maak een composthoop die past bij je hoeveelheid GFTafval. Mix het spul dat je op de composthoop gooit + geef wat mest en kalk. Hoe kleiner, hoe fijner ! Houd de hoop afgedekt: warmte bewaren in de winter en geen uitspoeling voeding door regen. In de zomer droogt de hoop niet uit. Compost oogsten en uitspreiden in de lente 1 à 2 cm dik. Compost is rijp, waar aktiviteit van beestjes verdwenen is. Klaar! GFTafval begraven is een andere mogelijkheid. Na 2 jaar kun je daar weer groente op telen.

*  gebruik een spitvork en woeler op veen om de grond los te maken en er compost doorheen te werken.

*  met een pH-meter of Calcitest meet je de zuurgraad van de grond > schaal van 0-14 0 = zuur, 7 = neutraal, 14 = kalkrijk of base. Bij een pH 3,5 – 4 groeit er niets, pH 4 – 4,5naaldbomen, pH 4,5 – 5 blauwe bessen en rhodo’s, pH 5 – 5,5 – 6 aardappel, tomaat, framboos, gras, pH 6 – 6,5 – 7-7,5 meeste groentes en siergewassen. Streef op veen naar een pH tussen 5,5 en 6,5 = matig tot licht zuur.

*  Elke grond verzuurt spontaan door het uitspoelen van kalk, zure regen en de oogst van planten (die kalk opnemen). Geef kalk in nov of dec of januari, want kalk heeft een langere verwerkingstijd nodig. Gebruik bijv. Groenkalk of Zeewierkalk van DCM. Geef compost in febr- maart. Mest in de groeitijd (april – augustus).

*  Planten zijn indicatoren van de grond. Heermoes groeit bijv. waar het nat is en geeft aan dat er een slecht drainage van de grond is + een tekort aan calcium en forsfor. Pas je bemesting hier op aan met in het geval van heermoes kalk, beendermeel en lavameel.

*  Op veen doet het goed: rhodo’s, enkianthus, pieris, halesia, camelia, corylopsis, hebe, heide, framboos, braam, aalbes, zwarte bes, Jostabes, kruisbes, alchemilla, ajuga, astilbe, sleutelbloem, longkruid, nagelkruid, vergeetmeniet, penningkruid, dotterbloem, kattenstaart, smeerwortel vingerhoedskruid, kaasjeskruid, narcis, sneeuwklokje, kivietsbloem, zomerklokje. Lastig is: sluitkool, wortel, radijs, asperge.Verantwoord bemesten = geen kunstmest gebruiken, wel natuurlijke mest

gebruik mest alleen waar ‘t nodig is (bijv. oogst) en in het groeiseizoen (mrt-aug)

gebruik natuurlijke meststoffen + compost , maakt de kringloop rond !

stimuleert ‘t bodemleven + wordt geleidelijk vrijgeven

 

Meststof bevat:

Stikstof

N =groene groeiBLOEDMEEL (N)

Fosfor

P = wortelgroei/zaad

BEENDERMEEL (P)

Kalium

K = vochthh / bloei

VINASSEKALI + HOUTAS (K) = enkelvoudige meststoffen

Samengestelde of meng-meststoffen bevatten N+P+K bijv. MoestuinAzet Ecostyle (7+6+6)

Bemesten Moestuin: houdt 3-4 weken tijd tussen kalk, compost en mest!

> dec / januari / februari : Kalk (Ca) strooien (gesteente korrels, zeewierkalk)

> februari / maart COMPOST geven

> maart-april / aug MEST geven moestuinAzet, koemestkorrels (7+3+4) of mest via boer!

of onkruidgier (halve emmer brandnetel, heermoes, bijvoet en smeerwortel, aanvullen met water, 2wk laten staan + roeren, handje kalk toevoegen bij stank, 1lt gier op 9 lt water)

of strontwater / compost thee (halve emmer paardenpoep met compost, aanvullen met water, 2wk laten staan + roeren, handje kalk toevoegen bij stank, 1lt gier op 9 lt water)